Waar komen de studenten terecht? Maureen Versprille

Herschrijven, voor mijn gevoel eindeloos herschrijven en dat niet vervelend vinden.  Dat is één van de lessen die ik op de scriptacademy heb geleerd. Samen met het aanbrengen van structuur wel de belangrijkste les denk ik.
Voor dat laatste, structuur – zorgen dat een verhaal een eigen logica heeft en stuwend blijft – kwam ik in eerste instantie. Want ik had al wel een beetje ervaring met script schrijven maar daarbij liep ik er regelmatig tegenaan dat het verhaal bleef zwabberen.

Na de theaterschool heb ik eerst als actrice gewerkt. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ik werd me er steeds bewuster van dat ik liever mijn eigen verhalen wilde maken, wilde schrijven.
Samen met een collega-acteur verzon ik een jeugdserie getiteld Casa Poëtica en niet gehinderd door enige kennis van scenario schrijven ontwikkelden we het script.  De VPRO zond het uit en ik had de smaak te pakken. Enthousiasme en gevoel voor dialoog vanuit mijn spelers-ervaring leken op dat moment genoeg.
Ik bleef schrijven, soms ook succesvol zoals de Kort! De Grotten Van Han Van Vloten, maar  ik realiseerde me dat ik een basis miste. Daar werd ik me pijnlijk van bewust bij het drie jaar schrijven aan een script voor een speelfilm die uiteindelijk niet werd gerealiseerd.
Pas op de scriptacademy begon ik echt te snappen wat er nodig is voor een goed filmverhaal. Door de opbouwende kritiek van de docenten en door die van mijn klasgenoten heb ik veel meer zicht gekregen op hoe het ‘skelet’ van een script er uit ziet en wat ervoor nodig is om dat stevig te maken.
Daarnaast is het besef dat herschrijven erbij hoort ingedaald. Dat te snel tevreden zijn met een vondst je verhaal geen goed doet. Ik vind het tegenwoordig zelfs leuk.
Gelukkig maar want  mijn eerste speelfilm Toen Mijn Vader Een Struik Werd (Lemming Film, regie Nicole van Kilsdonk)) komt dit najaar in de bioscoop en die heb ik gedurende zo’n drie jaar herschreven.
Nu ben ik bezig met twee nieuwe bioscoopfilms. Eén bij Phanta Basta! en één bij BosBros. Allebei nog in de kinderschoenen maar daar groeien ze hoop ik uit.
Wat ik geleerd heb op de scriptacademy helpt me nog steeds tijdens het schrijfproces. Alleen leg ik nu zelf een vinger op de zere plekken.
Aan iedereen die de opleiding begint: veel schrijfplezier!

 

Ter inspiratie is hier een scene uit de nieuwe speelfilm van Maureen Versprille.

TOEN MIJN VADER EEN STRUIK WERD

17 INT HUIS BOVEN BAKKERIJ/WOONKAMER DAG 17
Vader en oma drinken zwijgend koffie. Toda komt binnen en
bekleedt haar vader met de takken en bladeren.

TODA

Zo zien zelfs de vogels niet dat je
een nepboom bent.

VADER

Kunnen ze een nest op mijn hoofd
maken. Heb ik altijd eitjes bij de
hand.

Allebei voelen ze dat de vrolijkheid geforceerd is. Toda’s
vader doet zijn armen open en Toda weet niet hoe snel ze hem
een hele stevige knuffel moet geven. Zo staan ze een tijdje.
Haar vader wil zich losmaken maar Toda klemt zich aan hem
vast.

VADER (CONT’D)

Wil je je cadeautje niet zien?

Hij maakt zich los en pakt een klein doosje van tafel. Toda
bekijkt het verbaasd.

VADER (CONT’D)
Maak maar open meidje.

Toda maakt het voorzichtig open. In het doosje zit een gouden
kettinkje met een bedeltje eraan in de vorm van een taartje.
Het is het mooiste kettinkje dat ze ooit gezien heeft. Ze
zucht van bewondering.

TODA
Hij lijkt op de sneeuwvlinder!

Haar vader helpt het om te doen. Daarna pakt hij zijn tas.

VADER
Niet vergeten altijd heel goed uit
te kijken voordat je oversteekt.

Toda knikt. Ze wil niks zeggen omdat ze bang is dat ze dan
gaat huilen.

VADER (CONT’D)
En nooit met vreemde mensen mee.

Opnieuw knikt Toda. Haar vader richt zich tot oma.

VADER (CONT’D)
Ze mag niet alleen naar Rikka.

Oma knikt geruststellend. Haar vader draait zich om maar
halverwege schiet hem nog iets te binnen.

VADER (CONT’D)
En Toda, ook fruit eten anders
wordt je ziek.

Toda knikt opnieuw. Oma pakt Toda’s hand.

OMA
Toda en ik gaan het heel gezellig
maken.

Toda trekt haar hand uit die van oma. Ze heeft alleen oog
voor haar vader.

TODA
Wanneer kom je terug?

Haar vader weet even niet wat hij moet zeggen terwijl hij
naar het angstige gezicht van Toda kijkt.

VADER
Ik weet het niet maar ik hoop heel
gauw.

Niemand weet nog iets te zeggen.

VADER (CONT’D)
Zo. Nou.

Het zinnetje blijft even hangen. Een laatste zoen voor Toda
en oma en dan is hij snel de kamer uit. Toda en oma gaan voor
het raam staan. Beneden loopt haar vader de lege straat uit.
Verderop voegt zich een soldaat bij hem. Voordat hij de hoek
om gaat draait vader zich om en zwaait. Toda zwaait totdat
haar arm er bijna af valt. Dan is hij weg.

Copyright alle tekst Maureen Versprille

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *